Behalve dat we eind maart 2001 een stuk rivier schoonmaakten gingen we in die week ook nog verder met het waterbassin. Er zwommen trouwens al 16 forellen in, gevangen door Benoît, de zoon van Patrice. Robert voerde ze iedere dag wat bij met brood en ze werden in de zomer met het dorpsfeest genuttigd. Ze waren nu tijdelijk ergens anders ondergebracht.
De rand van het bassin werd opnieuw opgemetseld. Met de oorspronkelijke stenen en die zijn zo zwaar dat er twee of drie man voor nodig zijn om ze op hun plaats te krijgen.
De vrouwen brachten alle kleinere stenen die uit het bassin kwamen met kruiwagens verderop langs het pad als een soort dijkverzwaring.
Hier zijn Kees en Benoît aan het werk. Maria en ik hebben om half elf de harde werkers op koffie en koek getrakteerd maar Fransen blijven dat een vreemde gewoonte vinden op die tijd.
Om half twee werd er gestopt en begonnen we met de voorbereidingen voor het eten.
We zaten bij Patrice en Silvy in de tuin deze keer en we waren met zijn dertienen. Maria kwam met het nieuws van Willem Alexander's verloving. De Fransen vinden zo'n koningshuis ontzettend interessant dus dat leverde weer een levendige discussie op.
We begonnen de maaltijd met mijn Hollandse bruine bonensoep die erg lekker werd gevonden, Patrice schraapte de pan uit. Er kwam nog veel meer op tafel, wat kunnen mijn buren toch goed koken. En dat alles 'en plein soleil'. Dat is leven als God in Frankrijk.
In mei van dat jaar kwam ik alleen terug, net als verleden jaar. De treinreis viel weer eens niet mee. In Rotterdam kregen we te horen dat onze trein uitviel, verder niets. Samen met een jong meisje wat dezelfde trein in Brussel moest hebben klampten we spoorwegpersoneel aan maar niemand wist wat.
Op het perron stond de trein naar Roosendaal klaar om te vertrekken. Aangezien ik op vorige treinreizen twee complete stakingen in Frankrijk had meegemaakt wist ik dat je gewoon iedere trein die zuidelijker gaat moet nemen. Ik ben via een moeilijk route uiteindelijk in Brussel aangekomen waar ik dankzij een ruime overstaptijd op het nippertje mijn TGV haalde. In Valence nam ik de bus naar Privas waar Marie-Christine me oppikte.
Het weer was prima en ik ging samen met Maria twee dagen wandelen vanuit Joyeuse. We namen daar een hotelletje en genoten van onze wandelingen. Een dag van 7 uur en eentje van zes uur, niet mis.
We waren onder de indruk van de enorme variëteit van de veldbloemen.
De laatste dagen van mijn vakantieweek in de tuin gewerk en tussendoor zat ik veel te lezen. Zonder uitval van treinen of stakingen kwam ik weer in Rotterdam aan waar Mart me opwachtte.
Reacties
Lie(f)s.