Vlak voor Noordwijkerhout zagen we verleden week tijdens onze fietstocht deze voren in het land liggen. Hier zullen bollen in gepoot worden was mijn logische redenering maar hoe dat tegenwoordig te werk ging, geen idee. Ik had zulke voren voor bollen nog nooit gezien. Ik zag wel een machine in de verte aan het werk.
Deze machine was net klaar en stopte. Het was duidelijk, deze machine had de voren getrokken. De bestuurder stapte uit en we maakten een praatje met hem. Als dochter van een bollenkweker wilde ik wel wat meer weten.
Met de machine die hier op de tractor zit poot men de bollen. Één man om de tractor netjes boven de voren te houden en achterop nog iemand om het proces van de vallende bollen in de gaten te houden. In de grote zwarte bak bovenop zaten de bollen. Er stonden heel wat van die zwarte bakken met bollen langs de kant, klaar om verwerkt te worden.
Jeetje, wat goed allemaal, zei ik enigzins verbaasd tegen de man waarmee we stonden te praten, dit deed mijn vader vroeger allemaal met de hand. De mijne ook, zei hij met een lach. Ik ben van Noordwijk, zei ik weer en hij zei, ik ook. Toen moesten we allebei lachen. Herkenning!
Kijk, zo ging dat vroeger. Mijn vader als jonge vent, rechts vooraan. Hij werkte toen bij Konijnenburg & Mark, een van de grootste bollenkwekers
van Noordwijk en omgeving. Dit foto is nog van voor de oorlog.
Tot begin jaren vijftig werd vrijwel het hele proces dat
komt kijken bij het telen van bollen met de hand gedaan. Het planten gebeurde
handmatig, het dekken met stro tegen vorst, het weghalen hiervan, het koppen
van tulpen, schoffelen en rooien. Dit alles gebeurde met veel personeel,
voor elke taak was veel arbeid nodig.
In 1952 kwam de eerste
plantmachine op het land en in 1957 de eerste rooimachine. Het duurde nog wel even voordat alle kwekers op mechanisatie overgingen, vooral in de traditionele Bollenstreek.
Reacties