Denk niet dat er in het Amsterdamse Begijnhof van die kleine huisjes staan zoals je meestal in hofjes ziet. Hier staan grote welvarende huizen en alles is prachtig onderhouden. Ze zijn dan misschien smal maar tellen veel verdiepingen.
Er is behalve een kerk ook nog een kapel, de Begijnhofkapel. En in die kapel las ik iets wat diep begraven lag in mijn herinneringen.
In de kapel staat dit paneel en Jeanne en ik lazen het aandachtig. Als je op de foto klikt kan je goed zien wat er staat, zo ongeveer wat hieronder staat.
Ieder jaar in de maand maart komen bedevaartgangers uit heel Nederland naar het centrum van Amsterdam
voor de 'Stille Omgang', een nachtelijke stille tocht door het centrum van
Amsterdam. Voor of na de Omgang wonen zij één van de twintig feestelijke
eucharistievieringen bij, in één van de zeven binnenstadskerken.
In het jaar
1345 ontvangt een zieke man op 15 maart in een woning aan de Kalverstraat het
sacrament der zieken. Hij geeft over en het braaksel wordt in het vuur gegooid.
De hostie brandt alleen niet. Sterker nog, hij blijft boven het vuur zweven. De
verzorgster van de zieke pakt de hostie uit het vuur en plaatst deze in een
kist. De pastoor van de huidige Oude Kerk komt en neemt de hostie mee naar zijn
kerk.
De volgende
dag blijkt de hostie echter weer in de kist te liggen in het huis aan de
Kalverstraat. De pastoor brengt de hostie weer naar de kerk. Maar de
geschiedenis herhaalt zich. De hostie verschijnt weer in de Kalverstraat.
Bisschop Jan van Arkel verklaart in 1346 dat er sprake is van een wonder: 'het
Mirakel van Amsterdam’.
Terwijl ik sta te lezen weet ik het opeens weer, mijn vader ging daar vroeger ook heen, ik was nog een jong kind. Hij vertrok met vele anderen in bussen uit Noordwijk om daar in Amsterdam een bedevaart te lopen. Ze moesten allemaal stil zijn, vertelde hij dan, er mocht beslist niet gepraat worden. Ik was daar heel erg van onder de indruk. Ook uit Limburg waar Jeanne woonde vertrokken bussen vol gelovigen.
In 1956, op het hoogte punt van deze nachtelijke stille tocht liepen er 80.000 mensen mee verspreid over 3 nachten. Door de grotere welvaart en de ontkerkelijking is dat aantal sterk terug gelopen.
Mooi vind ik dat, dat er dan als het ware opeens een laatje in je hoofd open springt met daarin die gebeurtenissen van zo lang geleden. Ik weet opeens ook weer dat hij voordat hij wegging zich heel netjes kleedde en mijn moeder zijn jas dan nog zorgzaam stond af te borstelen.
Het menselijk brein herbergt een schat aan herinneringen, sommige nog bewust maar heel veel onbewust.
Reacties