Omdat schoonzus en zwager in december griep hadden en we daardoor niet konden lopen besloten we om in januari tweemaal drie dagen te lopen, zes achter elkaar dus. Eigenlijk best wel practisch want we moeten voor deze laatste etappes van het Zuiderzeepad een behoorlijke autorit maken.
We begonnen onze tocht in een piepklein plaatsje aan het IJsselmeer met de naam Laaxum. Wijselijk namen we het pad onder aan de dijk en niet bovenop, er stond een straffe wind. Het eerste uurtje wat motregen en in de loop van de dag nog zo nu en dan maar dat mocht geen naam hebben.
Vanaf ons startpunt was het een kilometer of zes naar Stavoren. Oud en nieuw verenigd, in de haven mooie oude schepen en aan de kant nieuwe huizen in leuke kleurtjes.
Hier een beeltenis van de vis waarin de ring gevonden werd die het Vrouwtje van Stavoren in zee wierp. Haar beeldje zal er wel gestaan hebben maar dat hebben we dan gemist. Niet gemist de lekkere koffie met appelgebak daar.
Op deze foto is een beetje te zien hoe hard de wind over het Friese land raasde.
Groot is Hindelopen niet maar het heeft wel stadsrechten. Vroeger was het een rijke handels- en havenstad, lid van het Hanzeverbond. Dit is goed te zien aan al die prachtige 'kapiteinshuizen' die er staan.
Vanuit Hindelopen dwars door de polder naar Workum waar we een goed overnachtingsadres vonden. Nadat we daar een warme douche hadden genomen gingen we eten en wat smaakte dat lekker na zo' n dag lopen in weer en wind.
Reacties