Een dikke pil van bijna zeshonderd pagina's maar het leest als een trein. Korte hoofstukken over het leven van de Turks-Nederlandse jongen Metin die in 1983 die als vijfjarige met zijn ouders en zusje terecht komt in de Bijlmer.
De Bijlmer die steeds meer verloedert en een tirannieke vader waar hij bang voor is, daar gaat dit boek over. Eigenlijk is het laatste wel de rode draad in het verhaal, Metin en zijn zusje moeten zich schuilhouden voor hun vader, zij moeten in het niets verdwijnen. Dat hij op de middelbare school het zwarte schaap van de klas wordt en daar niets tegen doet is het natuurlijk het gevolg van de situatie thuis.
Ik had daar wel moeite mee, dat hij niet opstond tegen zijn vader en klasgenoten, het strookt zo niet met mijn karakter dus terwijl ik las riep ik hem allerlei bemoedigende woorden toe om zich teweer te stellen tegen zijn kwelgeesten. Maar dan bedacht ik me dat ik bij benadering me niet kon indenken hoe het is om zo te moeten opgroeien.
Het boek is behoorlijk in de prijzen gevallen alhoewel mij dat niets zegt, ik moet het zelf mooi vinden. En ik vond het mooi, echt mooi.
Reacties