Toen wij zondagavond thuiskwamen van onze fietstocht merkten we dat er een groep in de stoppenkast uitgeslagen was. Het was noodweer geweest in de Ardèche en dan gebeurt dat weleens met die bovengrondse leidingen. Mart schakelde de groep weer in en liep direct door naar de vriezer in de bijkeuken. En wat hij vreesde was gebeurd, de weinige zakken fruit die op de bodem lagen dreven in het vocht. Ik had de vriezer al nagenoeg leeggemaakt, er stonden ook nog twee doosjes gehakt in en wat ander klein spul, dat was niet zo erg dat die bedorven waren maar die zakken fruit vonden wij wel erg. Vier kilo braam en drie kilo pruimen, de pit eruit en netjes in stukken gesneden. Die waren voor onze vrienden Ernest en Annelies en die zouden we brengen nadat we uitgefietst waren.
Omdat ik wel klaar was met jam inmaken hadden wij dit fruit voor hen bewaard maar dat was nu bedorven. Gisteren gingen wij op bezoek bij hen om afscheid te nemen, wij gaan eerdaags naar Nederland. Maar we gingen niet me lege handen, oh nee. Er was ondertussen weer een hele partij tomaten rood en die lekkere handperen eten wij toch niet ook meer op. We hadden, zoals altijd, weer een reuze gezellige dag met elkaar.
Reacties
Het is jammer van het fruit, maar je kunt er niks aan veranderen, dus maar niet meer aan denken.
Lie(f)s.