Onze kroonprinses
Amalia dankt haar naam aan de stammoeder van het Koninklijk Huis en nadat ik
dit boek gelezen heb begrijp ik ook wel waarom haar ouders juist voor de naam
van deze bijzondere vrouw kozen.
Het is 1622 en de zeventienjarige gravin - en
tevens hofdame - Amalia van Solms vlucht samen met Elizabeth Stuart, koningin
van Bohemen vanuit Praag naar ’s-Gravenhage waar de broer van de
stadhouder, Frederik Hendrik van Oranje-Nassau haar in het vizier krijgt. Hij
wil haar als maîtresse maar daar trapt deze dame niet in want zij wil meer. Zij
wil de koninklijke troon zodat haar kinderen later op rozen kunnen zitten. Amalia krijgt
uiteindelijk haar zin, Frederik Hendrik wil immers trouwen en een gezin stichten want dat heeft hij zijn broer Maurits, de huidige
stadhouder beloofd. Die ligt op sterven en er moet een nieuwe stadhouder komen.
Een sterke vrouw, die Amalia, daar kom je in dit mooie boek steeds meer achter. Historische feiten worden in een roman verweven en dat maakt het een heel fijn boek om te lezen.
Lof voor de schrijvers!
Reacties