In het gehucht Issamoulenc Église is de kerkdeur open, dat kan hier gelukkig nog dus we lopen even naar binnen. Het interieur is zonder opsmuk, mooi in zijn eenvoud. Meer hoeft zo'n kerkje op het platteland niet te zijn voor mij.
Een oud emaille bord met de namen van de gevallenen tijdens die verschrikkelijke oorlog van 14-18. Jonge mannen van de parochie Issamoulenc, te veel, wat een verlies.
Behalve een kerk, begraafplaats, boerderij en een woonhuis staan hier ook nog een paar oude schuren. En een nieuwere, een grote die bezaaid ligt met zonnecollectoren. Hoog, pal op het zuiden, dat zal heel wat opleveren.
Vanaf deze plek heb je een prachtig uitzicht. We zien helemaal in de verte de Vercors, op de toppen ligt nog sneeuw.
Toen we uit de kerk kwamen liep er een oud vrouwtje heen en weer te drentelen, nieuwsgierig natuurlijk wie die vreemdelingen zijn. Ik loop naar haar toe en stel me voor als de Hollandaise van Le Serret. Reken maar dat ze weet wie ik ben. Ik vertel haar dat we het graf van Jan bezocht hebben, iedereen hier in de wijde omgeving kende Jan, dus ze knikt begrijpend.
Ze nodigt ons uit in haar huis maar we hebben helaas geen tijd, we moeten nog een heel stuk en de mannen zijn straks uitgehongerd. Ze drong aan maar ik heb haar beloofd een volgende keer binnen te komen.
Op plekken waar de zon niet komt ligt nog sneeuw. Het pad gaat hier naar beneden en is op sommige stukken glad, niets voor mij. Annelies vindt een stok en ik maak er dankbaar gebruik van.
Dat dalende pad wat grotendeel bedekt is met sneeuw brengt ons in het gehucht Cros. Hier woont de burgervader van de gemeente Issamoulenc waaronder al die gehuchten, ook die van ons, vallen. Hij is boer en woont in een vrij nieuw huis opzij van het dorp met ook een grote schuur met zonnepanelen.
Een kleine honderd inwoners telt onze gemeente verdeeld over 24 gehuchten. In sommige gehuchten wonen nog maar een of twee mensen.
Een wankel bruggetje over een stroompje. Al deze stroompjes komen uit in het dal, in de Auzène.
En die Auzène steken we hier over, pal onder ons dorp. Dus er volgt nog een flinke laatste klim omhoog die Annelies een stuk makkelijker neemt dan ik. Drieëneen half uur hebben we over deze tocht gedaan en ik ben blij dat we er zijn. De mannen zitten net aan een glaasje dus wij schuiven aan. We hebben nog wel snel gezien dat er heel veel gedaan is aan de muur en de steiger inmiddels ook opgebouwd is. Ik schuif een schaal in de oven, flans een toetje in elkaar en dan gaan we met zijn vieren tevreden aan tafel. In alle opzichten een productieve dag.
Reacties
Glaasje en lekker eten is dan heerlijk en zeker met goede vrienden.
Die gekleurde dakpannen blijven leuk.
Ook in de winter vind ik het er allemaal erg mooi uitzien bij jullie.
Lie(f)s.